Hoofdstuk 4

Import-export
In de jaren 50 komt er een verandering qua immigreren, Europeanen trekken niet meer zo zeer naar Amerika, Canada en Australië, nog wel veel mensen, maar er komen ook juist weer immigranten naar Europa. Immigranten openen restaurants die erg goed lopen vanwege de goedkope prijzen, deze worden in een hoog tempo erg populair. 
In de jaren 60 stijgt de welvaart nog verder, daardoor komen er ook mensen vanuit Suriname en de Nederlandse Antillen die hopen in Nederland welvaart en kansen te krijgen. Vele van deze mensen vestigen zich blijvend, dus komen de gezinnen ook naar Nederland, hierdoor worden aspecten van de cultuur van hun herkomstlanden in Nederland 'verspreid'. Later zorgen vakanties baar verre bestemmingen en tv-uitzendingen voor meer interesse voor deze andere culturen.
In het Caraïbische gebied en Noord- en Zuid-Amerika is lang geleden de eerste wereldmuziek ontstaan door de vermenging van de muziek van de West-Afrikaanse slaven en de muziek van aanwezige culturen. De westerse wereld maakt kennis met andere muziek door de massamedia, de groeiende mobiliteit, de andere culturen en de vraag naar nieuwe soorten amusement. Voorbeelden van zulk soort muziek zijn: de samba uit Brazilië, de reggae uit Jamaica, de son uit cuba en de Noord-Amerikaanse blues.
 
In de jaren 60 groeit de belangstelling voor de Indiase cultuur onder invloed van de hippiebeweging. In de Arabische wereld is er lang geen sprake van vermenging met de westerse popmuziek, maar dit verandert als Brian Eno en David Byrne Arabische muziekfragmenten als samples gebruiken in 'My Life in the Bush of Ghost'.
 
In de jaren 70 grijpt een generatie verstedelijkte jongeren de raï aan om hun dagelijkse problemen te bezingen, zij gebruiken accordeon, viool, synthesizers en drumcomputers. De teksten gaan over alcohol en verboden liefdes en zijn een vorm van verzet. Ook ontstaan in de jaren 90 en 70 de muziekstijl Afropop.
 
Fusion: vermenging van culturele uitingen
In de jaren 90 trekken Afrikaanse muzikanten aandacht, er komt een samenwerking tussen zwarte en blanke mensen (zoals: Youssou N'Dour en Johnny Clegg). De Malinese Salif Keita zegt in de New York Times: 'White people who collaborate with African musicians want the inspiration. It's not bad. They get the inspiration and we get the popularity.' 
Na reggae en Afrikaanse muziek is er aandacht voor andere stijlen als Oost-Europese volks-, Latijns-Amerikaanse- en Regionale Europese muziek. Interesse voor andere culturen leidt tot tatoeages, piercings, exotische kleding en sieraden. Het begrip voor deze samenstelling en combinatie van culturen is 'fusion'. Op alle gronden van het kunstgebied wordt fusion een bekend begrip. 
Ook komt wordt in de jaren 90 de Chinese film in het Westen op gang. Hollywood neemt de actiefilmtechnieken en de idee van bovenmenselijke superheld gelijk over.
 
Hoofdstuk 5
 
Het verschil tussen hoog en laag vervaagt
De cultuur van de elite is altijd dominant geweest, deze cultuur werd altijd gezien als een hogere kwaliteit in vergelijking met de cultuur van het volk. Er is een bepaald kennis niveau nodig om de cultuur van de elite te kunnen begrijpen., de lage kunst van het volk wordt door de elite gezien als goedkoop en oppervlakkig, ook wel kitsch. Na de Tweede Wereldoorlog verandert dit, ook kinderen van arbeiders kunnen nu naar universiteiten, de groeiende welvaart zorgt voor veel veranderingen. Met het vervagen van de standsverschillen veranderen ook de verdwijnen geleidelijk ook de verschillen tussen de culturen.
Musea wordt nu veel bezocht, en de musea speelt daar op in door meer aanbod van tentoonstellingen. Ook bekende choreografen hebben geen problemen meer met het schrijven vaan choreografie voor musicals of shows. Kunstenaars zoeken nieuwe uitingsvormen voor hun kunst, zo vervagen de disciplines steeds meer, dit worden de voorlopers van nieuwe stromingen (denk aan popart => Andy Warhol).
 
Kunst en grote getallen
In de tweede helft van de twintigste eeuw moeten theaterproducties gesubsidieerd worden of door tienduizenden mensen bezocht worden om uit de kosten te komen, theaterbezoek komt minder voor bij de elite, maar juist het bezoek van de massa zorgt ervoor dat het nog door kan gaan. Alles kan gekopieerd worden en via internet verspreid worden, dit zorgt voor een gevaar in de film- en muziekindustrie. Ook musea en schilderijen moeten het meer gaan hebben van de commerciële waarde, musea gaat ook meer werken aan de kwaliteit van hun restaurant of museumwinkel.
 
Een Van Gogh op tas of stropdas
Reproductie is een kenmerk van de massacultuur, hierdoor gebeurt het wel eens dat je het kunstwerk al zo vaak hebt gezien, dat het tegenvalt wanneer je het kunstwerk in het echt ziet. De Mona Lisa is voor ons niet meer zo bijzonder als dat die vroeger altijd werd gezien.
Andere andere kant zorgt deze reproductie er wel voor dat we vrijwel alle muziek kunnen beluisteren die er ook geschreven is. Alleen kun je nu ook het geluid vervormen, knippen en plakken, vertragen, versnellen en wat je er verder nog meer mee wilt doen.
 
Hoofdstuk 6
 
H6
Mix van technieken
mulitdisciplinair: vorm van totaaltheater waar licht, geluid, decors, kostuums, dans, drama en muziek samenkomen. Dit kan op podia, locatie, tv, internet of doek. Wat technisch mogelijk is, wordt met de dag meer. Zo had in 2000 bijvoorbeeld nog nooit iemand gehoord van YouTube. Nu is het een internationaal podium voor iedereen die meent iets te moeten delen met de rest van de wereld.
 
Musical
Net al operette, is musical een vorm van totaaltheater en is daarmee ook multidisciplinair. Er komen verschillende disciplines zoals dans, zang, spel en muziek bij elkaar. In het begin van de jaren 50 vindt de oorsprong van de musical plaats in de VS en waait het over naar Europa. Broadway, de theaterstaat in New York is de kraamkamer van deze theatervorm. 
 
In eerste instantie zijn die producties vrolijke komedies die een happy end kennen. Het publiek komt voor amusement. My fair lady (1964) is een van de succesvolste musicals. Hieronder een liedje uit deze productie.
 
De musicals worden door Hollywood verfilmd en bereiken zo nog een groter publiek. Er komen zelfs een aantal musicalfilms tot stand zonder dat die ooit in het theater hebben gespeeld. Een modern voorbeeld hiervan is de wervelende Moulin Rouge (2001) van Baz Luhrman. 
 
Geleidelijk aan ontstaat er bij de maker ook belangstelling voor een wat serieuzere problematiek. Een voorbeeld is de bekende West Side Story (1957). Een tweede vernieuwing hierin is dat de spelers zelf acteren, zingen en dansen. In oudere musicals speelden de acteurs alleen hun personages, waarna dansers hun plaats innamen. Vervolgens keerden dan de acteurs weer terug. Een derde revolutie is de inzet van de klassiek componist Leonard Bernstein en de balletchoreograaf Jerome Robbins. Hieronder een scene uit West Side Story. 
 
Na West Side Story wordt de musical in zowel de film als in het theater razend populair. 
 
Vooral Andrew Lloyd Webber weet het genre wereld faam te geven. Hij pakt het commercieel aan; nog voor de start van de productie zorgt hij dat het publiek al bekend is met de nummers. Hij zorgt daarmee voor herkenning en wekt nieuwsgierigheid op bij het publiek. Ook nu nog wordt deze tactiek nog toegepast.
Een musical produceren is een riskante onderneming door de grote investering in geld en mankracht. In de praktijk mislukken producties regelmatig. Voor succes moeten er aan een aantal voorwaarden worden voldaan.
- de muziek moet gevarieerd zijn en daarmee voor een breed publiek aantrekkelijk.
- de tekst van de muziek moet goed verstaanbaar zijn, eenvoudig en niet dominant.
- De liedjes moeten goed in het gehoor liggen en bovendien ook nog dansbaar zijn. 
- Spectaculaire decors of mooie decorwisselingen wreken ook goed
- kleurrijke en exotische kostuums, zoals in de The Lion King (1997) zijn ook aan te raden.
 
Dans in de musicals wordt jazzdans genoemd. Authentiek Afro-Amerikaanse dans mixt met invloeden uit de moderne dans en ballet, waardoor er voortdurend nieuwe swingende dansstijlen ontstaan zoals modern jazz. 
Succesvolle musicals worden als totaal pakket verkocht aan andere producers in verschillende landen. De taal wordt aangepast, maar het verhaal, de liedjes, kostuums en decors blijven hetzelfde.
 
Rockopera
De Britse Rockband The Who maakt in 1969 de allereerste rockopera. Door middel van kostuums, muzikanten en docors worden de rockopera's volledig gechoreografeerde shows.