Hoofdstuk 4
In de Aziatische cinema is Akira Kurosawa erg opmerkelijk, hij heeft velen andere regisseurs geïnspireerd en kreek een Oscar voor zijn hele oeuvre. Kurosawa kreeg inspiratie uit populaire thema's in westerse literatuur. Kenmerkend voor zijn stijl waren gebruik van veel camera's, gebruik van elementen om de sfeer te beïnvloeden en zijn bekende film Seven Samuraïgebruikte zeven typische karakters.
Een populair genre in Aziatische en Westerse cinema is Animé. Animé is de verzamelnaam voor de Japanse tekenfilm. De stijl kent een eigen proportieleer, waarin lichamen , gezichten en gezichtsuitrdukkingen volgens een vast vocabulair worden weergegeven. Meestal zijn ogen en hoofden te groot en het haar is felgekleurd en beweeglijk. Populaire westerse voorbeelden zijn Avatar en Kong Fu Panda.
Zhang Yimou is een Chinese regisseur, zijn films worden gekenmerkd door visuele schoonheid, de mooraal van het verhaal wordt aan de kijker zelf overgelaten. Een goed voorbeeld zijn de Chinese martial artsfilms. De acties van de helden worden prachtig in beeld gebracht, het zijn dleurige hoogstandjes. Deze films zijn inspiratie geweest voor westerse films zoals The Matrix, maar ook vooor superhelden, zoals Thor, Ironman en Spiderman.
Bollywood is de naam voor de filmindustrie in India, gevestigd in Mumbai. Het is de grootste filmindustrie in de wereld. Het zijn levendige en kleurrijke musicals met liefde als centraal thema. Op belangrijke momenten barsten de hoofdpersonen in gezang uit.
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Film is een uitgesproken multidisciplinaire vorm van kunst en door de combinatie van geluid en beeld een uitstekende manier om een verhaal te vertellen. Een film maken is duur.
Het proces in grote lijnen
Er is eerst een verhaal nodig (meestal is dit een boek) dat wordt omgezet in een scenario (draaiboek). Het scenario wordt opgedeeld in scènes.
Het scenario heeft een aristotelische indeling:
- Informatie over de held (protagonist) en de schurk (antagonist).
- Conflict, daaruit volgt een motorisch moment. Dit is een serie logische handelingen.
- Climax, het conflict loopt op de spits.
- Afwikkeling
- Ontknoping
- Moraal van het verhaal.
Na het filmen moet er gemonteerd worden.
Cameravoering
Camera-afstand, beweging en het standpunt zijn van belang. Hoe iets uiteindelijk op het filmdoek in beeld wordt gebracht heel kadrering.
Veel gebruikte shots zijn het totalshot, mediumshot en de close-up.
Je kan filmen in vogelvluchtperspectief, kikkerperspectief of neutraal perspectief.
De camera kan meebewegen met de acteurs (dolly) of op een voertuig gemonteerd zijn. Een panorama is een shot waarmee de camera meedraait.
Het meest gebruikt is de objectieve camera. De camera is een toeschouwer. De subjectieve camera wordt ook vaak gebruikt. Hierbij is de camera een acteur.
Montage
Bij Hollywood montage zijn de overgangen nauwelijks merkbaar. Het doel is om een perfecte illusie te maken. Bij Russische montage ontstaan er shockeffecten. Het doel is om de kijker bij de les te houden.
Met montage vertel je het verhaal.
Het Kuleshov-effect is het wisselen van scenes waardoor er een verhaal ontstaat in je hoofd. Het tempo van de montage en de combinatie van muziek en geluid zorgen samen voor de snelheid van de film.
Je slaat saaie dingen over. Met een flashback kun je terug in de tijd en met een flash-forward kan je in de tijd vooruit. Je kan spannende scènes versterken door slow-motion.
De blockbuster
Een blockbuster is een succesvolle grote film die veel publiek trekt. De casting is hierbij belangrijk, grote sterren trekken publiek aan. Spectaculaire of intense reclame trekt ook publiek aan.
Merchandising
Bij films die veel publiek trekken kunnen de studio’s besluiten om dingen te verkopen die met de film te maken hebben. Bv. shirts.
CGI (computer generated imagery)
Animatie speelt een steeds grotere rol in films (monsters etc.). Dit wordt gemaakt via de computer.
Hoe werkt dat?
Bij mensen, dieren en monster:
- De kunstenaar ontwerpt het beeld tot in detail, dit wordt gedaan in schetsen en tekeningen.
- Het ontwerp gaat naar de 3D-kunstenaar. Deze heeft 2 opties:
- Het ontwerp wordt gemaakt in klei. Daarna wordt het via de 3D-scanner in een digitaal figuur omgezet.
- Het ontwerp wordt direct in het programma gezet.
De texture
Na het figuur wordt de geschikte huid aangebracht op alle verschillende onderdelen zoals kleding, haar, huid, ogen, tanden etc. Dit moet heel precies gebeuren.
Hoe beter de computers zijn, hoe ingewikkelder de wezen worden.
De animatie
De volgende stap is het aanbrengen van een bewegingsskelet:
- Op afstand: grof
- Close-up: precies
Vervolgens wordt de figuur geanimeerd. Dit wordt op 2 manieren gedaan:
- De acteur wordt volgeplakt met markeerpunten op de de belangrijkste gewrichten en voert dan de gewenste actie uit. Dit wordt opgenomen door een camera en via de punten wordt de beweging gedigitaliseerd in een computerbestand. De beweging wordt overgezet op het digitaal skelet. Dit proces heet motion-capture.
- Bij levensgevaarlijke acties wordt het beeld voor beeld geanimeerd.
Inpassen
Bij het maken van de filmopnamen draait op de set een extra camera met computer mee om de lichtinval en het standpunt van de camera's te registreren.
Acteren met CGI is moeilijk. Daarom worden er vaak stand-ins gebruikt die later worden verwijderd.
CGI-techniek bestaat sinds de jaren’90.
De kleine film
Na de Tweede Wereldoorlog domineert Hollywood de filmindustrie. Er is nog wel ruimte voor kleine films. Die worden gemaakt omdat de grote studio's de film willen veranderen, maar de regisseur is het hier niet mee eens.
Arthousefilms
Tegenover de grote producties staan de arthousefilms. Dit zijn films waarbij het kunstzinnige belangrijker is dan het commerciële. Het heeft dan ook een beperkt publiek. De films draaien vooral in filmhuizen.
Cultfilms
Dit zijn films die door hun artisticiteit of conversiële inhoud een bijzondere status hebben gekregen bij een groep fans. Dit kan met een gering budget. Een veel gebruikt onderwerp is politieke omstandigheden. De films zijn meestal visionair, dit betekent dat de filmregels genegeerd worden. Dit laatste wordt vooral gedaan door regisseur Jean-Pierre Jeunet.
Dogma
Dogma is een beweging van de Russische regisseurs die een manifest opstellen. Ze vinden dat het artistieke gehalte van de film leidt onder de technische vooruitgang. Daardoor zijn dingen als decor enz. niet toegestaan. De beweging stopt in 2005.
Camp
Deze films zijn zo overdreven, kitscherig, slecht, clichématig of stompzinnig dat het leuk wordt. Dit heeft een beperkt publiek.
Animatiefilm
De animatiefilm is net zo oud als de film zelf. Er zijn verschillende technieken:
- Klassiek: het wordt met de hand getekend op transparante folie. Dat wordt op een achtergrond gelegd of digitaal over een achtergrond geprojecteerd. Voor een animatie zijn 25 beelden per seconde nodig. Dit kost veel tijd. Het is in 2D.
- Stop-motiontechniek: figuren worden geboetseerd van soepel materiaal. Ze worden opgesteld en gefotografeerd. Dit is in 3D
- CGI: studio's maken hier het meest gebruik van. Figuren worden op de computer modelleren en te animeren. Dit kan op 3 manieren:
- Met de hand
- Motion-capture
- Key-framing: de animator bepaald de starthouding en plaats in beeld A. Hij doet hetzelfde voor de eindhouding in beeld B. De tussenliggende beelden worden vervolgens door de computer uitgerekend.